Georgina Kwakye is voormalig presentatrice en actrice en werkt nu als communicatiespecialist en trainer. Ze is een waardevolle partner in het CD4D-project sinds 2017 en werkt sinds 2020 mee aan de Ambassadeurscampagne. Met deze campagne proberen we de diaspora zichtbaarder te maken binnen de Nederlandse maatschappij. In dit artikel vertelt Georgina over haar achtergrond en motivatie om met de diaspora te werken.
“Mijn naam is Georgina Kwakye, ik ben half Ghanees en half Hongaars en in Nederland geboren en opgegroeid. Ik ben trots op mijn Ghanese vader en Hongaarse moeder. Beiden kwamen naar Nederland om hier te werken als arts om Nederlanders te helpen, maar ook om kennis op te doen en vervolgens over te dragen aan hun land van herkomst.
De droom van mijn vader was om een ziekenhuis in zijn geboortedorp te bouwen. Hij is zijn moeder verloren aan een longontsteking toen hij 10 jaar oud was en wilde daarna dokter worden. Hij kon dankzij een studiebeurs naar Europa gaan en werken als hartchirurg. Dat is gelukt, maar het leven in het Westen viel wel tegen. Het was niet makkelijk om te aarden als migrant en er was helaas ongelijkwaardigheid. Hij bezocht Ghana regelmatig en wilde iets teruggeven aan zijn gemeenschap.
Hij startte verschillende projecten: een ambulancecentrale, een studiebeursprogramma en de bouw van een ziekenhuis. Als 83-jarige blijft hij betrokken bij zijn geboortedorp. Hij heeft altijd zijn expertise gebruikt om de mensen daar te ondersteunen en de sociaal-economische situatie te verbeteren.
De garage bij mijn ouderlijk huis in Nederland stond altijd volgepropt met ziekenhuisbedden en medische apparatuur. Mijn vader verscheepte dit eens in de 3 maanden naar Ghana om daar een ziekenhuis bouwen. Daarnaast was hij ook de gemeenschap aan het helpen om hun levensstandaard te verbeteren.
In 2005 ben ik met mijn vader naar Ghana gegaan om te zien wat hij daar aan het doen was. Ik filmde zijn projecten en was geïnspireerd door zijn werkwijze. Hij gebruikte de kennis die hij had opgedaan in Nederland en zette dit om naar bruikbare tools om ontwikkelingsprojecten op te zetten in zijn land van herkomst. Hij kocht bijvoorbeeld twee ambulances en startte een ambulancecentrale om verandering te brengen in de situatie waarbij zieke mensen kilometers moesten lopen of gedragen worden om bij een ziekenhuis te komen.
In 2007 heb ik Stichting Ghanasi opgezet om mijn vaders projecten financieel te ondersteunen en organiseerde ik inzamelingsacties. Ik maakte mijn vader en zijn projecten zichtbaar voor Nederlanders en we ontvingen veel positieve reacties en steun. In 2009 werd het ziekenhuis dat we hebben gebouwd in Ghana geopend.
Ik realiseerde me dat mijn vader vast niet de enige was die op deze manier een bijdrage leverde aan de ontwikkeling van zijn land van herkomst. Ik wilde de andere migranten(organisaties) ook graag ondersteunen en heb Pimp My Village opgezet. Deze stichting dient om de projecten van migranten(organisaties) financieel te ondersteunen, maar ook als platform om meer zichtbaarheid te geven aan hun belangrijke rol binnen ontwikkelingssamenwerking.
In de afgelopen 10 jaar heb ik ook capaciteitsopbouw -en zichtbaarheidstrainingen en coaching aan migrantenorganisaties gegeven. Sinds 2017 werk ik samen met IOM Nederland en draag ik bij aan hun CD4D (Connecting Diaspora for Development) programma. We willen meer zichtbaarheid creëren voor de belangrijke rol die diaspora(organisaties) spelen en de manier waarop ze hun expertise inzetten om hun land van herkomst te ondersteunen.
Veel migranten en diaspora hebben in een Westers land gestudeerd, waardoor ze innovaties goed kunnen overdragen naar hun land van herkomst. Het komt erop neer dat ze hun expertise en kennis delen en inzetten om bij te dragen aan de verbetering van de sociaal- economische situatie. Op deze manier kunnen migranten en diaspora een belangrijke en effectieve bijdrage leveren aan armoedebestrijding, toegang tot scholing, gezondheidszorg en het ontwikkelen van de private sector. Ze zijn voor altijd verbonden met de landen waar de projecten plaatsvinden en waar zij vandaan komen. Dit maakt hun bijdrage ook duurzaam.
Ik denk dat de inzet van migranten en diaspora cruciaal is binnen ontwikkelingssamenwerking. Ze vormen een belangrijke partner om mee samen te werken. Op deze manier komt de hulpverlening van binnenuit: vanuit de lokale bevolking daar en vanuit de mensen die zijn weggegaan en hun kennis hebben uitgebreid.
Ik draag hier graag aan bij door migranten en diasporaleden de juiste tools aan te reiken met mijn trainingen en coaching. Zo kunnen migranten(organisaties) hun werk nog beter voortzetten en komt er meer waardering voor de belangrijke rol die ze spelen!”